Hof 's-Gravenhage onderschrijft de beslissing van Rechtbank 's-Gravenhage dat het bezwaar van X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De inspecteur legt aan X met dagtekening 12 maart 2009 een naheffingsaanslag loonheffing met boete op. X maakt bezwaar tegen de aanslag en boete. Het bezwaar heeft als dagtekening 24 april en komt bij de inspecteur binnen op 27 april 2009. De inspecteur wijst het bezwaar op 16 december 2009 af. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt in beroep dat de inspecteur het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk had moeten verklaren.

Hof 's-Gravenhage (MK II, 25 oktober 2011, BK-10/00748) onderschrijft de beslissing van Rechtbank 's-Gravenhage dat het bezwaar van X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is. De rechtbank overwoog dat X niet heeft gesteld dat hij zijn bezwaarschrift vóór het einde van de termijn ter post heeft bezorgd. De rechtbank acht dit - gelet op de dagtekening van het bezwaarschrift - ook niet aannemelijk. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is volgens de rechtbank geen sprake. De rechtbank zag geen goede reden voor een terugwijzing van de zaak naar de inspecteur. Het hof oordeelt dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen. Het hoger beroep van X is dan ook ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

3

Gerelateerde artikelen