Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur de renteaftrek tot het juiste bedrag maar de verhuurinkomsten tot een te hoog bedrag in de heffing heeft betrokken.
X woont in een woning die voor tweederde deel haar juridische eigendom is en voor een derde deel van haar ex-partner A. X betaalt in 2016 alle hypotheekrente. Daarnaast geniet zij inkomsten uit tijdelijke verhuur via Airbnb. De leningen voor de eigen woning zijn voor tweederde deel van X. Volgens X is alle rente fiscaal aftrekbaar, omdat zij voor A’s aandeel economisch eigenaar zou zijn. Rechtbank Noord-Holland verwerpt deze stelling en beperkt de renteaftrek tot tweederde deel van de door X betaalde rente. Daarnaast is 70% van de inkomsten uit tijdelijke verhuur bij X belast. In hoger beroep is de hoogte van de renteaftrek en de belastbare inkomsten uit tijdelijke verhuur in geschil.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur de renteaftrek tot het juiste bedrag maar de verhuurinkomsten tot een te hoog bedrag in de heffing heeft betrokken. Het risico van waardeveranderingen gaat A in 2016 voor een derde deel aan. X heeft daarmee niet de economische eigendom van A’s deel van de woning. Voorts oordeelt het hof dat niet 70% van de verhuurinkomsten maar tweederde deel van 70% van de verhuurinkomsten bij X belast zijn. X’ hoger beroep is op dit punt gegrond.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Wet inkomstenbelasting 2001 3.113
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 14 februari