Hof Den Haag beslist dat ondanks dat sprake is van een ambtelijk verzuim toch kan worden nagevorderd. Er is sprake van een kenbare fout.

X is 100% aandeelhouder van A bv waarbij hij een omvangrijke rekening-courantschuld (de r-c schuld) heeft. In zijn aangiften IB/PVV 2014 en 2015 neemt X de toename van de r-c schuld niet op als voordeel uit aanmerkelijk belang. De aanslag IB/PVV 2014 wordt op 1 december 2016 vastgesteld en de aanslag IB/PVV 2015 op 8 december 2017. Beide aanslagen worden geautomatiseerd conform de ingediende aangiften opgelegd. In mei 2017 vindt overleg plaats tussen de inspecteurs Vpb en IB over de r-c schuld. Dit resulteert uiteindelijk in de in geschil zijnde navorderingsaanslagen IB/PVV 2014 en 2015, die in juni 2019 zijn vastgesteld. Daarin wordt de toename van de r-c schuld tot regulier voordeel uit aanmerkelijk belang gerekend.

Hof Den Haag beslist dat de inspecteur voor het jaar 2014 over een nieuw feit beschikte en kon navorderen. Voor het jaar 2015 is sprake van een ambtelijk verzuim. Op het moment van het opleggen van de aanslag in december 2017 was de inspecteur al op de hoogte van de toename van de r-c schuld en de schuldpositie van X. De inspecteur had de geautomatiseerde afdoening en verwerking van de aangifte moeten blokkeren. Er is echter sprake van een kenbare fout zodat toch kan worden nagevorderd. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 14 februari

87

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen