Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat het bezwaar tegen de 10%-verzuimboete ontvankelijk is door de verschoonbare termijnoverschrijding. Ambtshalve wordt die met 10% gematigd. X bv krijgt daarom wel vergoedingen voor haar proceskosten en de griffierechten.

X bv is BTW-ondernemer en is vanaf november 2013 met BPM-vrijstelling houder van een bestelauto. In september 2014 neemt de politie de auto in beslag en de auto wordt in juli 2015 via Domeinen verkocht aan een niet BTW-ondernemer. In november 2015 krijgt X bv alsnog een BPM-rekening. In geschil is de latere naheffingsaanslag van € 5919 met de 10%-verzuimboete. Volgens Rechtbank Noord-Holland had de BPM binnen één maand na de verkoop op aangifte voldaan moeten worden. De auto is namelijk binnen de vijfjaarstermijn (art. 13a lid 3) verkocht. Het bezwaar is terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat het bezwaar tegen de aanslag terecht niet-ontvankelijk is verklaard, maar dat het bezwaar tegen de boete ontvankelijk is door de verschoonbare termijnoverschrijding. Het bezwaar is namelijk ingediend op 21 juni 2017, zodat het vóór het arrest HR 5 november 2021, 21/00037, V-N 2021/48.15 geldende toetsingskader nog van toepassing is. De inspecteur beschikt niet meer over de envelop van het bezwaarschrift, zodat het aan het poststempel mogelijk te ontlenen bewijs verloren is gegaan. Dit komt voor rekening van de inspecteur, zodat wordt uitgegaan van een tijdige terpostbezorging. X bv heeft de BPM-rekening niet tijdig betaald, zodat geen sprake is van afwezigheid van alle schuld (AVAS). Ambtshalve wordt de boete wegens het overschrijden van de redelijke termijn gematigd met 10%. X bv krijgt daarom een proceskostenvergoeding van € 2277 en de inspecteur moet de griffierechten (in totaal € 877) vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 13a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 14 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen