Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank in haar dictum ten onrechte heeft verzuimd de door de heffingsambtenaar verbeurde dwangsom vast te stellen. Het hof oordeelt verder dat de rechtbank de uitspraak in strijd met de wet te laat of zelfs helemaal niet in het openbaar heeft uitgesproken.

X is het niet eens met aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank in haar dictum ten onrechte heeft verzuimd de door de heffingsambtenaar verbeurde dwangsom vast te stellen. Het hof stelt die dwangsom vast op (eenmaal) € 1.442 voor de aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing. Vanwege de samenhang ziet het hof geen reden om tweemaal een dwangsom vast te stellen. Het hof oordeelt dat de rechtbank de uitspraak in strijd met de wet te laat of zelfs helemaal niet in het openbaar heeft uitgesproken. Het hof herstelt dit gebrek door zelf in het openbaar uitspraak te doen en daarin de door de rechtbank genomen beslissing te vermelden. Het hof oordeelt dat de opbrengstlimiet niet is overschreden bij de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. De heffingsambtenaar heeft voldoende inzicht verschaft in de ramingen van de baten en de ‘lasten terzake’, in het bijzonder ook daar waar het de overheadkosten en de gehanteerde verdeelsleutel betreft en daarbij aannemelijk gemaakt dat deze informatie gebaseerd is op de begroting van het Waterschap Drents Overijsselse Delta. X heeft enkele vragen gesteld, maar dit is ruim onvoldoende om deze posten in twijfel te trekken. Het hoger beroep van X slaagt dus alleen op formele gronden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122d

Waterschapswet 117

Algemene wet bestuursrecht 8:77

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 februari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen