Belanghebbende, X, doet over 2007 aangifte IB/PVV van een verlies uit onderneming van € 8348. Onder de kosten staat in zijn digitale aangifte een bedrag van € 5000 wegens arbeidsbeloning fiscale partner. Na een boekenonderzoek concludeert de inspecteur dat X deze aftrek ten onrechte heeft toegepast en legt hij een navorderingsaanslag op. X erkent dat hij niet in aanmerking komt voor de aftrekpost, maar vindt dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. X heeft, naar eigen zeggen, geprobeerd de aangifte juist in te vullen, maar toen hij € 0 invulde vermeldde het aangifteprogramma automatisch een bedrag van € 5000. X stelt dat deze systeemfout aan de navorderingsaanslag in de weg staat.
Hof 's-Hertogenbosch volgt X niet in diens stelling dat de aangiftesoftware van de belastingdienst bij het onderdeel arbeidsbeloning fiscale partner een systeemfout bevat die navordering onmogelijk maakt. Het hof overweegt dat X de rubriek ‘Arbeidsbeloning aan fiscale partner' had kunnen overslaan zonder dat het aangifteprogramma dit als een fout registreerde. Het invullen van het cijfer ‘0' was - de inspecteur betoogt dit terecht - een overbodige handeling. Verder had X deze overbodige handeling nog kunnen corrigeren door in de rubriek ‘Niet- of gedeeltelijk aftrekbare kosten en lasten' een bedrag van € 5000 in te vullen. Van een systeemfout die navordering verhindert, is, gelet op het voorgaande geen sprake. Niettemin komt het hof tot de conclusie dat de navorderingsaanslag onterecht is opgelegd. Volgens het hof had de inspecteur, indien hij meteen met een normale zorgvuldigheid kennis had genomen van de aangifte, in redelijkheid behoren te twijfelen aan de juistheid van de aangifte. Het hof komt tot dit oordeel nu de aangifte een negatief bedrag aan liquide middelen vermeldt. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vernietigt zowel de rechtbankuitspraak, de uitspraak op bezwaar, de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente.