Belanghebbende, X nv, stelt beroep in cassatie in tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 27 september 2017, nr. SXM2016H00001. Op 12 oktober 2018 verklaart de Hoge Raad het cassatieberoep met toepassing van art. 81 Wet RO ongegrond (HR 12 oktober 2018, nr. 17/05548, ECLI:NL:HR:2018:1910).
De Hoge Raad verklaart vanwege enkele procedurefouten het arrest van 12 oktober 2018, nr. 17/05548, ECLI:NL:HR:2018:1910 vervallen. De Hoge Raad heeft in deze procedure het verweerschrift van de Minister van Financiën van Sint Maarten niet verzonden aan X nv of haar gemachtigde. Bovendien is X nv, hoewel zij daarom had verzocht, niet in de gelegenheid gesteld de zaak mondeling of schriftelijk te laten toelichten door een advocaat. Vanwege deze tekortkomingen moet het arrest van 12 oktober 2018 vervallen. De Hoge Raad zal de behandeling van de zaak voortzetten in de stand waarin het geding zich bevond voordat tot de inhoudelijke behandeling en beslissing van de zaak werd overgegaan. X nv zal alsnog de gelegenheid krijgen de zaak mondeling of schriftelijk te laten toelichten door een advocaat.