Belanghebbende, X komt in hoger beroep tegen hem opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1990 tot en met 2000 en vermogensbelasting voor de jaren 1991 tot en met 2000. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd vanwege verzwegen KB-Lux bankrekeningen. Hof Amsterdam heeft op 31 augustus 2006 uitspraak gedaan. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X op 21 december 2007 ongegrond onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO. Rechtbank Haarlem verklaart vervolgens op 26 februari 2009 de door X in gestelde beroepen tegen de nu in geschil zijnde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2001 en 2002 gedeeltelijk gegrond en vermindert de vergrijpboeten van 100% tot 80%. X komt in beroep.
Hof Amsterdam overweegt dat niet is gebleken dat met betrekking tot de bankrekeningen sprake is van gewijzigde omstandigheden ten opzichte van de jaren waarover het hof reeds op 31 augustus 2006 heeft beslist in de procedures met kenmerk 04/04236 en 04/04237. X heeft in deze procedure ook geen andere grieven aangevoerd dan in die eerdere procedures zijn aangevoerd. Het hof verwijst daarom voor de beoordeling van de grieven tegen de onderhavige aanslagen naar zijn eerdere uitspraken ook wat betreft de boetebeschikkingen. Dit leidt ertoe dat de bestreden uitspraken van de rechtbank moeten worden bevestigd. Het hoger beroep van X is ongegrond.