Belanghebbende, X bv, stelt hoger beroep in tegen een uitspraak van Rechtbank Arnhem van 10 mei 2011, nr. AWB 09/3560. Voor de gronden van haar hoger beroep verwijst X bv naar twee door A ingediende hoger beroepen. X verzoekt de drie beroepszaken als samenhangend aan te merken waardoor slechts eenmaal griffierecht verschuldigd is. X bv verzuimt het verschuldigde griffierecht in haar eigen zaak te betalen ondanks dat zij hier verschillende malen door de griffier op is geattendeerd. De eerste enkelvoudige kamer van Hof Arnhem verklaart het hoger beroep vervolgens wegens het niet betalen van het griffierecht niet-ontvankelijk. X bv gaat tegen deze uitspraak in verzet.
Hof Arnhem oordeelt in verzet dat X bv terecht niet-ontvankelijk is verklaard in haar hoger beroep wegens het niet voldoen van het verschuldigde griffierecht. Het hof overweegt dat het hoger beroep van X bv en de door A ingestelde hoger beroepen geen samenhangende zaken zijn nu het gaat om verschillende belastingaanslagen en de beroepen door verschillende belanghebbenden zijn ingesteld. Het hof overweegt verder dat X bv op de wettelijk voorgeschreven wijze in kennis is gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht en de termijnen waarbinnen het griffierecht betaald moest zijn. Er kan dus niet gezegd worden dat X bv niet in verzuim is geweest. Aan het voorgaande doet niet af dat A namens X bv de curator heeft verzocht het griffierecht te betalen en dat de curator daarna niet tot betaling is overgegaan. Het verzet van X bv is ongegrond.