De inspecteur legt in 2009 aan X een voorlopige aanslag op. Daarbij berekent hij heffingsrente. X maakt hiertegen bezwaar. Tegen de uitspraak op bezwaar gaat X in beroep. Rechtbank Haarlem doet op 25 januari 2011 uitspraak. Op 9 februari 2011 gaat X in hoger beroep. Hof Amsterdam doet op 11 maart 2013 uitspraak. X verzoekt tot vergoeding van immateriële schade geleden door overschrijding van de redelijke termijn in de fase van het hoger beroep.
Hof Amsterdam kent aan X een immateriële schadevergoeding toe omdat de redelijke termijn in de hoger beroepsprocedure met twee maanden is overschreden. Uit het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2011 volgt dat bij overschrijding van de redelijke termijn, behoudens bijzondere omstandigheden, spanning en frustratie als grond voor vergoeding van immateriële schade worden verondersteld. Van bijzondere omstandigheden is het hof niets gebleken. Het hof kent aan X een vergoeding toe van € 500.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:73