De Hoge Raad oordeelt dat het kantoorpand een woning is. De onroerende zaak heeft namelijk zijn aard als woonhuis niet verloren. X is slechts 2% overdrachtsbelasting verschuldigd.

X is eigenaar van een boerderij. De boerderij heeft in principe een woonbestemming. In 2008 - 2009 wordt de boerderij verbouwd tot een kantoorruimte. Bij de verbouwing worden wel alle noodzakelijke voorzieningen voor latere bewoning aangebracht. Begin 2009 verleent de gemeente Gilze Rijen een tijdelijke vrijstelling van het bestemmingsplan, en mag de onroerende zaak gedurende maximaal vijf jaren voor zakelijke doeleinden worden gebruikt. Per 1 april 2009 verhuurt X het pand als kantoor. Het pand wordt in 2010 verkocht. In 2013 koopt X het pand weer terug. X stelt dat het pand als een woning moet worden aangemerkt, en dat slechts 2% overdrachtsbelasting is verschuldigd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het pand ten tijde van de verkoop niet als een woning is aan te merken. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het pand een woning is. Het hof verleent een teruggaaf van € 48.000. De staatssecretaris gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het lage tarief van toepassing is. Volgens de Hoge Raad moet in eerste instantie namelijk worden aangeknoopt bij de kenmerken van het bouwwerk zelf. Dit wordt bereikt door aansluiting te zoeken bij het doel waarvoor de onroerende zaak oorspronkelijk is ontworpen en gebouwd. Vervolgens gaat de Hoge Raad in op de situatie dat een woning na een verbouwing geschikt is gemaakt voor een andere vorm van gebruik. Er is dan alleen nog sprake van een woning als niet meer dan beperkte aanpassingen nodig zijn om het weer voor bewoning geschikt te maken. Ook merkt de Hoge Raad nog op dat met een pand, dat oorspronkelijk is gebouwd voor bewoning, wordt gelijkgesteld een pand dat oorspronkelijk voor ander gebruik dan bewoning is ontworpen, maar door latere verbouwing naar zijn aard tot woning is bestemd. Gezien het vorenstaande is de Hoge Raad van mening dat het oordeel van het hof correct is. Dat de verkrijging van het pand door X niet bijdroeg aan de doorstroming op de woningmarkt, is volgens de Hoge Raad niet van belang.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

Editie: 27 februari

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen