Rechtbank Den Haag oordeelt dat de vrijstelling in de overdrachtsbelasting voor taakoverdrachten tussen ANBI's niet van toepassing is omdat niet alle betreffende activa en passiva van de andere ANBI zijn overgenomen. De schulden bleven namelijk achter.

Belanghebbende, X, is een toegelaten Woningwet-instelling alsmede een algemeen nut beogende instelling (ANBI). In 2014 sluit X met de gemeente Deventer een samenwerkingsovereenkomst inzake de realisatie van meer studentenhuisvesting. Dezelfde dag koopt X van de Woningstichting Rentree – die ook een toegelaten Woningwet-instelling en ANBI is – een aantal onroerende zaken en rechten op onroerende zaken voor in totaal € 10.950.000. In geschil is of deze verkrijging is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. X beroept zich op de vrijstelling van art. 15-1-h WBR in samenhang met art. 5d-1-b Uitv. besl. BRV die geldt bij taakoverdrachten tussen ANBI-instellingen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de vrijstelling niet van toepassing is omdat niet alle betreffende activa en passiva van Rentree zijn overgenomen. De schulden bleven namelijk achter. De onderhavige transactie is ook niet vergelijkbaar met een activa/passiva transactie, ondanks dat na aflossing van haar schulden met de verkoopopbrengst bij Rentree geen vermogen meer zal resteren dat kan weglekken. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 27 februari

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen