X staakt in het jaar 2012 zijn onderneming. Over de voorgaande jaren is niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek blijven staan. In het stakingsjaar voldoet X niet aan het urencriterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek. In zijn aangifte ib/pvv 2012 neemt X bij de berekening van de winst uit onderneming de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek uit voorgaande jaren, ad € 18 911, toch in aanmerking. Bij het opleggen van de aanslag corrigeert de inspecteur deze aftrekpost. X komt in beroep.
Volgens Rechtbank Gelderland blijkt uit de wettekst dat de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek alleen als een extra aftrek kan worden gerealiseerd in een jaar waarin recht bestaat op zelfstandigenaftrek. Dit blijkt ook uit de wetsgeschiedenis. Het standpunt van X dat bij een zelfstandigenaftrek van nihil sprake kan zijn van een verhoging, vindt dan ook geen steun in de wet en de parlementaire geschiedenis. Het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen. De mogelijkheid om niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek, in geval van staking als gevolg van overlijden van een ondernemer, te verrekenen is een ander geval. X heeft namelijk zelf de keuze om zijn onderneming te staken of voort te zetten, een keuze die bij overlijden niet bestaat. De beroepen tegen de aanslag ib/pvv 2012 en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw zijn ongegrond.
Lees ook het thema Stakingswinst.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76, lid 7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 27 februari