A-G IJzerman is van mening dat in hoger beroep de herkansingsfunctie voorop staat zodat de inspecteur de stukken uit de klikordner alsnog mocht inbrengen. Het gebruik daarvan was eerder namelijk niet ondubbelzinnig prijsgegeven.

X bv en C bv vormen tot 1 januari 2010 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De heer A is hun (middellijke) aandeelhouder. Per 1 januari 2010 zijn de aandelen in C bv verkocht aan de heer F. F stuurt later een brief met een ordner vol belastend materiaal naar de Belastingdienst over zwart loon dat in het verleden door X bv aan haar personeel zou zijn betaald. Na een boekenonderzoek worden naheffingsaanslagen loonheffingen, alsmede 50% vergrijpboetes aan X bv opgelegd. Rechtbank Gelderland vernietigt de aanslagen. De inspecteur overlegt in hoger beroep alsnog stukken uit de klikordner, waaruit blijkt dat twee arbeidsongeschikte werknemers met een uitkering zwart werden betaald. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is het niet aannemelijk dat de - officieel zieke - werknemers ondanks hun jarenlange inzet geen beloning kregen. De naheffing is terecht. X bv gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal IJzerman is van mening dat in hoger beroep de herkansingsfunctie voorop staat zodat de inspecteur de stukken uit de klikordner mocht inbrengen. Het gebruik daarvan was eerder namelijk niet ondubbelzinnig prijsgegeven. Tijdens het hoger beroep mocht de inspecteur ook informatie opvragen bij de curator van de inmiddels failliete C bv. Het hof heeft voorts terecht geweigerd getuigen op te roepen waar X bv om had verzocht. Het hof mocht daartoe onder meer meewegen dat X bv zelf geen pogingen had ondernomen om ervoor te zorgen dat de getuige op de zitting aanwezig was. Het hof hoefde volgens de A-G op de zitting geen cautie te geven. De cautieplicht ziet namelijk op een eerder stadium, voorafgaand aan de beroepsfase. Een ten onrechte zonder cautie afgelegde verklaring kan bovendien toch als bewijs dienen als de belanghebbende door het ontbreken van de cautie niet is benadeeld. X bv werd op de zitting bijgestaan door een raadsman zodat hiervan sprake is. De A-G concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep van X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 5:10a

Algemene wet bestuursrecht 8:63

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 53

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 18 juli

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen