Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de erven de vereiste aangifte erfbelasting hebben gedaan door gemotiveerd te betwisten dat zij erfbelasting zijn verschuldigd. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat erflater in Nederland woonde.

Erflater, de heer X, overlijdt in 2014. Het aangiftebiljet erfbelasting is retour gestuurd, omdat X volgens de erven (belanghebbenden) al sinds 1993 in Kenia woonde. In geschil zijn de ambtshalve aanslagen erfbelasting naar een verkrijging van € 1.000.000 per erfgenaam. De erven stellen dat X alleen officieel in Nederland stond ingeschreven voor de zorgverzekering en hier aldus diverse medische behandelingen kon ondergaan. Zijn echtgenote stond weliswaar op hetzelfde adres ingeschreven, maar dat was een voorwaarde voor haar verblijfsvergunning. X had in Kenia inmiddels een relatie met een andere vrouw.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de erven de vereiste aangifte erfbelasting hebben gedaan door gemotiveerd te betwisten dat zij erfbelasting zijn verschuldigd. Omkering en verzwaring van de bewijslast is dus niet aan de orde. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat X in Nederland woonde. X verbleef voornamelijk af en toe in Nederland om medische behandelingen te ondergaan. Het is voorts niet ongebruikelijk dat iemand die voldoende bemiddeld is na zijn emigratie (effecten)rekeningen, abonnementen, vastgoed en een auto in Nederland blijft aanhouden. Het is aannemelijk dat zijn huwelijk duurzaam was ontwricht en dat hij en zijn echtgenote feitelijk niet meer samenleefden. De beroepen van de erven X zijn gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Successiewet 1956 3

Successiewet 1956 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen