Belanghebbende, X, is in 2006 strafrechtelijk veroordeeld voor het opzettelijk doen van onjuiste aangiften IB/PVV voor de jaren 1995 t/m 1998. De inspecteur legt aan X een informatiebeschikking op nadat X heeft geweigerd om vragen over buitenlandse tegoeden te beantwoorden. De informatiebeschikking heeft betrekking op een nog op te leggen aanslag IB/PVV 2010.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking aan X heeft gegeven. Het hof sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank dat gelet op het arrest van de strafrechter over de jaren 1995 t/m 1998 de inspecteur ook in het jaar 2010 nog een redelijk vermoeden heeft dat X over vermogen beschikt. De inspecteur was bevoegd vragen te stellen, en nu X deze onvoldoende heeft beantwoord was hij bevoegd om een informatiebeschikking op te leggen. Er doet zich hier niet een situatie voor dat X niet in staat zou zijn tot tegenbewijs. De informatiebeschikking is bovendien niet in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het hof stelt de inspecteur in het gelijk, maar kent X wel een proceskostenvergoeding toe wegens schending van de hoorplicht in de bezwaarfase. Dit gebrek is in hoger beroep overigens hersteld.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47