Belanghebbende, X, doet over het jaar 2009 aangifte IB/PVV van onder meer winst uit onderneming van € 20.311. Over de jaren 2010 t/m 2013 doet X geen aangifte ondanks een uitnodiging, herinnering en aanmaning voor de jaren 2010, 2012 en 2013. Op basis van verklaringen van X over zijn inkomen (afgelegd tijdens een politieverhoor) en op basis van een boekenonderzoek legt de inspecteur aan X (voorlopige) aanslagen IB/PVV en Zvw op.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de voorlopige aanslagen IB/PVV 2010 t/m 2013 heeft gebaseerd op een redelijke schatting van het inkomen van X. De inspecteur heeft zich daarbij mogen baseren op verklaringen van X tijdens een politieverhoor over zijn netto inkomen. Voor het jaar 2010 keert de rechtbank de bewijslast om aangezien X ondanks een uitnodiging, herinnering en aanmaning geen aangifte heeft gedaan. X heeft niet overtuigend aangetoond dat de uitspraak op bezwaar onjuist is.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e