Naar aanleiding van een opsporingsonderzoek en een strafrechtelijk financieel onderzoek van de politie wordt duidelijk dat X woningen verhuurt aan Hongaren en de voor hen in de prostitutie werkzame vrouwen. Verder wordt ook vastgesteld dat X een aanzienlijk deel van de woningen illegaal aan meerdere huishoudens verhuurt en dat vaak andere of meer personen op de adressen staan ingeschreven in de GBA dan de personen die bij de controles worden aangetroffen. In geschil is of de inkomsten die X met de verhuur realiseert in box 1 moeten worden belast of in box 3. De inspecteur stelt dat de arbeid van X ten aanzien van de woningen meer omvat dan normaal actief vermogensbeheer. Volgens de inspecteur verricht X namelijk zelf alle onderhoudswerkzaamheden en verzorgt hij de aansluitingen van het gas en de elektra voor zijn huurders. Verder haalt X voor de huurders ook post op bij het adres waarop zij staan ingeschreven om dit te bezorgen op hun feitelijk woonadres en instrueert hij huurders over hoe om te gaan met een controlebezoek van de politie of gemeente.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de inkomsten van X met betrekking tot de woningen terecht als ROW in aanmerking zijn genomen. Daarbij is van belang dat X aanzienlijke activiteiten heeft verricht. Gelet op de aard en de omvang van de werkzaamheden overstijgt dit een normaal actief vermogensbeheer voor de woningen die X in bezit heeft. Ook heeft X, door de onrechtmatige verhuur, een hoger rendement behaald dan bij normaal vermogensbeheer passend en gebruikelijk is. Ten aanzien van de hoogte van de aanslagen merkt het hof op dat sprake is van een redelijke schatting door de inspecteur. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90