Hof 's-Gravenhage oordeelt na verwijzing dat de inspecteur heeft bewezen dat X in elk van de in geding zijnde jaren het beboetbare feit heeft gedaan. X is op een adequate wijze geïdentificeerd als rekeninghouder bij de KB-Lux. Het hof acht aannemelijk dat X opzettelijk deze bankrekening (en de baten die daaruit voortvloeien) verborgen heeft willen houden voor de fiscus.

X gaat in beroep tegen de hem opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV voor diverse jaren alsmede tegen de daarbij opgelegde boetebeschikkingen en de beschikkingen heffingsrente. De navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen zijn opgelegd in het kader van het Rekeningenproject. Hof Amsterdam heeft de beroepen van X gegrond verklaard, de uitspraken van de inspecteur vernietigd, de navorderingsaanslagen, de boeten en de heffingsrente verminderd en de verhogingen gedeeltelijk kwijtgescholden. De Hoge Raad (21 oktober 2011, nr. 10/03314, V-N 2011/52.4) oordeelt in cassatie dat de uitspraak van het hof wat betreft de beoordeling van de onderscheiden boeten blijk geeft van miskenning van hetgeen is overwogen in het arrest van 15 april 2011, nr. 09/03075, BNB 2011/206. Er volgt verwijzing naar Hof 's-Gravenhage. Indien het verwijzingshof tot het oordeel komt dat X als rekeninghouder bij KB-Lux moet worden geïdentificeerd, dient het hof te beoordelen (i) in hoeverre de inspecteur voor elk van de jaren 1990 tot en met 2000 het bewijs heeft geleverd dat X het feit ter zake waarvan de boete is opgelegd, heeft begaan, en (ii) (voor zover het verwijzingshof van oordeel is dat het bewijs van beboetbare feiten is geleverd) in hoeverre elk van de opgelegde boeten - gelet op de omstandigheden van het geval - een passende en ook geboden sanctie voor de begane vergrijpen is.

Hof 's-Gravenhage oordeelt na verwijzing dat de inspecteur heeft bewezen dat X in elk van de in geding zijnde jaren het beboetbare feit heeft gedaan. X is op een adequate wijze geïdentificeerd als degene die een rekening bij de KB-Lux heeft gehouden. Het hof acht aannemelijk dat X opzettelijk deze bankrekening (en de baten die daaruit voortvloeien) verborgen heeft willen houden. Het hof acht de inspecteur in zijn bewijslast geslaagd en neemt daarbij in aanmerking dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X uitgaande van de hem toegedichte inkomsten de vrijstellingen volledig heeft benut en aldus opzettelijk voor heffing van IB/PVV in aanmerking komende inkomsten buiten het beeld van de fiscus heeft gehouden. Hof Amsterdam heeft de boeten verminderd tot 64% en het hof ziet geen aanleiding voor een verdere vermindering.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

0

Gerelateerde artikelen