Belanghebbende, X, en zijn vrouw hebben zowel in Nederland als in Spanje een woning. X en de inspecteur zijn het er over eens dat X zowel in Nederland als in Spanje woont, en dat X, voor het belastingverdrag Nederland-Spanje als inwoner van Spanje heeft te gelden. In geschil is of X in de jaren 2003-2007 aanbrengcomissies heeft genoten in verband met werkzaamheden die hij als intermediair zou hebben verricht in verband met een scheepsbouwproject. De rechtbank beslist uiteindelijk in de procedure over de jaren 2003 en 2004 dat X in 2003 wel aanbrengcomissies heeft genoten en in 2004 niet. In de onderhavige procedure, over de jaren 2005-2007, spreken X en de inspecteur af dat het geschil zich toespitst op de aanbrengcommissies die de inspecteur in 2003 en 2004 in aanmerking wil nemen. Nadat X enkele stukken heeft overlegd, stelt de inspecteur echter dat X in 2006 en 2007 ook nog andere inkomsten heeft genoten.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de desbetreffende inkomsten niet in 2006 en 2007 in aanmerking mag nemen. De rechtbank overweegt daarbij dat X en de inspecteur zonder voorbehoud het geschil hebben beperkt tot de aanbrengcommissies over 2003 en 2004. De rechtbank wijst er ook op dat de inspecteur geen voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van in de door X verstrekte bankafschriften naar voren komende (mogelijke) nieuwe inkomsten. Vervolgens merkt de rechtbank op dat een ingetrokken grief niet opnieuw in dezelfde instantie of in hogere instantie als nieuw geschilpunt in de rechtsstrijd kan worden toegelaten en dat dat ook heeft te gelden voor het beperken van het geschil. De rechtbank stelt X in het gelijk.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 4 juni