Aan belanghebbende, X, zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen en vermogensbelasting over de jaren 1991 tot en met 2000 opgelegd met boeten van 100%. Reden daarvoor is dat X een verzwegen bankrekening heeft aangehouden bij de KB-Lux. X heeft begin 2002 bevestigd dat hij sinds 1992 rekeninghouder is geweest van een buitenlandse bankrekening, maar heeft, ondanks een aantal verzoeken van de inspecteur, geweigerd verdere informatie te verstrekken. X komt in beroep.
Hof Leeuwarden (MK I, 26 april 2012, 04/00879 en 04/00880, V-N Vandaag 2012/1181) overweegt onder andere dat de inspecteur voldoende voortvarend is geweest. X heeft wel erkend rekeninghouder van een KB-Lux-rekening te zijn, maar heeft vervolgens geen inzage gegeven in de rente-inkomsten. De inspecteur heeft X verschillende malen in de gelegenheid gesteld alsnog inzicht in de rekeninggegevens te geven. Toen X daartoe niet bereid bleek, heeft de inspecteur de rente-inkomsten moeten schatten. De inspecteur heeft X in een brief van 3 december 2002 een overzicht gegeven van de voorgenomen correcties. Door op deze wijze te handelen heeft de inspecteur de zorgvuldigheid betracht die noodzakelijk is bij het onderzoek naar het opleggen van (navorderings)aanslagen en boeten van deze omvang. De inspecteur heeft na het opkomen van de bedoelde aanwijzingen dat X rekeninghouder was bij KB-Lux, niet meer tijd laten verstrijken dan noodzakelijkerwijs is gemoeid met het verkrijgen van de inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting. De navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 1991 en vermogensbelasting over het jaar 1992 worden vernietigd, omdat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X ten onrechte inkomensbestanddelen dan wel vermogen niet heeft aangegeven. De overige navorderingsaanslagen worden vanwege nadere berekeningen verminderd. De boeten worden met 30% verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67k
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16