De inspecteur legt met dagtekening 26 juli 2014 een aanslag vennootschapsbelasting 2011 op aan belanghebbende, X bv. Per brief van 1 oktober 2014, door de inspecteur ontvangen op 2 oktober 2014, maakt X bv bezwaar tegen de aanslag. In geschil is of de inspecteur het bezwaar van X bv terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur met het verzendrapport aannemelijk heeft gemaakt dat de aanslag tijdig op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij een verzoek heeft gedaan aan de inspecteur om de aanslag te verzenden naar haar boekhouder dan wel gemachtigde. De bezwaartermijn is geëindigd op 8 september 2014, zodat het bezwaar van X van 1 oktober 2014 te laat is ingediend. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 3:41