Uit het KB Lux-onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat X rekeningen bij de KB Lux-bank heeft aangehouden. De inspecteur legt daarom IB- en VB-(navorderings)aanslagen aan X op. X is het hier niet mee eens en voert onder andere aan dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd. Hierbij wijst X er op dat de inspecteur niet alle, originele, ingediende aangiften en opgelegde primitieve aanslagen heeft overgelegd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd. De rechtbank overweegt hierbij dat belastingaangiften en belastingaanslagen zijn te beschouwen als 'op de zaak betrekking hebbende stukken', maar dat de inspecteur er in beginsel redelijkerwijs van mag uitgaan dat een belastingplichtige hierover zelf beschikt. Vervolgens merkt de rechtbank op dat X zich er pas in 2013 op heeft beroepen dat bepaalde inkomens- en vermogensbestanddelen reeds in de aangiften waren begrepen en dat de inspecteur ten aanzien van deze stukken niet heeft voldaan aan het bepaalde in art. 8:42 Awb. Volgens de rechtbank heeft X zijn standpunt in een zodanig laat stadium ingenomen dat van de inspecteur niet meer kan worden verwacht dat hij de originele aangiften en aanslagen kan overleggen. De rechtbank weegt daarbij mee dat X op geen enkel eerder moment heeft verzocht om verstrekking van de aangiften of aanslagen. Gezien deze omstandigheden heeft de inspecteur volgens de rechtbank kunnen volstaan met de hem nog wel ter beschikking staande prints (een weergave van de gegevens in de ingediende aangiften en de vastgestelde aanslagen). Deze kunnen volgens de rechtbank in casu worden gelijk gesteld met de oorspronkelijke aangiften en aanslagen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 14 mei