Stichting X (belanghebbende) is in 2005 opgericht door Y. Vanaf 1 januari 2008 heeft X de status van algemeen nut beogende instelling. X bezit en exposeert in twee schuren een groot aantal oldtimers. Medio 2008 krijgt X de nalatenschap van de heer G met een waarde van € 2.381.671. Na een bedrijfsbezoek en boekenonderzoek trekt de inspecteur eind 2011 de ANBI-status van X met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2008 in. Als gevolg hiervan krijgt X alsnog een aanslag successierecht.
Rechtbank Den Haag is van oordeel dat X zich ten onrechte beroept op uitlatingen van de Staatssecretaris van Financiën (zie onder meer V-N 2011/36.4) waaruit volgens X is op te maken dat alleen bij misbruik de ANBI-status met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken. De door X bepleite uitleg is hierin namelijk niet terug te vinden. X kan niet worden aangemerkt als een ANBI. Aan het bestaan van de collectie is vóór 2012 namelijk nauwelijks publiciteit gegeven en de collectie is vanaf de oprichting van X slechts beperkt te bezichtigen geweest. De activiteiten van X dienen dus niet voor ten minste 50% het algemeen belang. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.33
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 13 september