De heer X emigreert in 2003 naar Frankrijk. In 2009 woont X het hele jaar in Frankrijk en geniet een AOW-uitkering en een drietal pensioenen. Volgens een renseignement ontvangt X in 2009 uit Nederland ook nog een uitkering van € 107.301. Deze uitkering houdt verband met het afstorten bij een verzekeraar van een schadeloosstelling na een onterecht ontslag uit een Nederlandse dienstbetrekking. In geschil is of de inspecteur terecht ten aanzien van X de beschikking Niet in Nederland belastbaar inkomen (NiNbi) heeft vastgesteld naar een wereldinkomen van € 142.325 en een NiNbi van € 134.983. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat uit het renseignement is op te maken dat het bedrag aan X in 2009 ter beschikking is gesteld en dat van enige blokkering van het stamrechtkapitaal niet is gebleken. X stelt dus vergeefs dat de € 107.301 niet tot zijn inkomen conform de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen mag worden gerekend, omdat het nog steeds op een geblokkeerde rekening zou staan. Volgens de vaste jurisprudentie behoren ontslaguitkeringen, dus ook die "waarvoor geen werk is verricht", tot het inkomen uit dienstbetrekking. Het feit dat de eerdere door X ontvangen uitkeringen uit het stamrecht niet tot zijn NiNbi zijn gerekend, berust niet op een uitdrukkelijke standpuntbepaling van de inspecteur. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 september