Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de IB-inspecteur een nieuw feit heeft, aangezien hij pas na het opleggen van de definitieve aanslag de gegevens kreeg die de LB-inspecteur ter beschikking stonden.

De heer X (belanghebbende) is tot en met 2007 werkzaam als directeur marketing bij een internationaal concern. Op grond van "stock subscription agreements" heeft X aandelencertificaten van zijn werkgever gekocht, waarbij hij de koopsom is schuldig gebleven. In geschil is of X bij de aankoop daarvan belastbaar loon ad € 391.281 heeft genoten en of dit terecht door middel van navordering in 2006 bij hem is belast. Rechtbank Haarlem oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de waardedruk vanwege de verkooprestricties meer is dan 15%. X gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat de IB-inspecteur een nieuw feit heeft, aangezien hij pas na het opleggen van de definitieve aanslag de gegevens kreeg die de LB-inspecteur ter beschikking stonden. Door te kiezen voor navordering in plaats van naheffing bij de werkgever heeft de inspecteur niet het evenredigheidsbeginsel of enig ander beginsel van behoorlijk bestuur geschonden. Onder meer vanwege de beperkte verhandelbaarheid heeft wel een depreciatie van 30%, zijnde € 183.623 ten opzichte van de beurswaarde te gelden. De in box 3 te belasten waarde van de (rechten op levering van) aandelen minus de schuldig gebleven koopsom is € 4.262. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 13 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen