Hof Amsterdam is het met de rechtbank eens dat bij een zaak over de koopkrachttegemoetkoming voor oudere belastingplichtigen een wegingsfactor van 1 moet worden toegepast voor het vaststellen van de proceskostenvergoeding. Hieraan doet niet af dat internationaal recht van toepassing is in de zaak.

Belanghebbende, X, is 65+-er en woont in Marokko. Tot 1 juni 2011 ontvangt hij een tegemoetkoming AOW van € 33,09 per maand. De Svb brengt X er op 5 mei 2011 van op de hoogte dat hij vanaf 1 juni 2011 geen recht meer heeft op de tegemoetkoming AOW en dat hij niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op grond van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (Wmkob). X is het daar niet mee eens. Rechtbank Haarlem oordeelt dat X, als inwoner van Marokko, recht heeft op de tegemoetkoming kob. De rechtbank kent een proceskostenvergoeding aan X toe. Hierbij hanteert de rechtbank een wegingsfactor van 1. De SVB stelt hoger beroep in tegen de uitspraak van de rechtbank. X stelt incidenteel hoger beroep in. Hij vindt dat de rechtbank een wegingsfactor van 2 had moeten toepassen. Volgens X is er sprake van een zaak met zeer zwaar gewicht, omdat het een zeer complexe zaak is en internationaal recht wordt toegepast. De SVB trekt vervolgens het hoger beroep in.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank terecht een wegingsfactor van 1 heeft gehanteerd. Het hof kent – gelet op de aard en inhoud van het geschil – een gemiddeld gewicht toe aan de zaak. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 13 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen