Belanghebbende, X bv, exploiteert een restaurant in de gemeente Utrecht. Zij beschikt over een exploitatievergunning die behalve voor het restaurant geldt voor drie terrassen die zij (enkel) mag exploiteren in de periode van 1 mei tot en met 30 september. De heffingsambtenaar van de gemeente Utrecht legt aan X bv voor de terrassen een aanslag precariobelasting op naar het seizoenstarief dat gelijk is aan zesmaal het maandtarief. Ter zitting van het hof geeft de heffingsambtenaar aan dat hij de aanslag zal verminderen met 1/6e deel (één maand).
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanslag precariobelasting van 31 augustus 2011 voortijdig is vastgesteld, maar besluit de aanslag op verzoek van X bv niet op die grond te vernietigen. Het tijdvak is in dit geval gelijk aan ‘het seizoen' dat loopt van mei tot en met september 2011. Nu er geen sprake is van een voorlopige aanslag, had de gemeente pas na 30 september 2011 een aanslag mogen opleggen. Het hof besluit de aanslag niet te vernietigen, omdat X bv hier geen prijs op stelt en er ook niet bij gebaat zou zijn. Het hof ziet na de vermindering van de aanslag met één maand geen reden voor een verdere vermindering. De tariefstelling van de gemeente Utrecht leidt niet tot een onredelijke of willekeurige belastingheffing.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 13 september