Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat het verloop van de termijndepositorekening bij KB Lux van belang kan zijn voor de IB-heffing in 2010 ten aanzien van de heer X. De inspecteur hoeft niet aannemelijk te maken dat X de rekening nog steeds heeft in het jaar waarover de informatie wordt gevraagd.

Belanghebbende, de heer X, en zijn echtgenote, mevrouw C, zijn door de Belastingdienst geïdentificeerd als rekeninghouders bij KB Lux. Het totale saldo van de rekeningen is in januari 1994 f 228.943 (€ 103.889). X weigert om openheid van zaken te geven. In geschil is of de inspecteur voor 2010 terecht een informatiebeschikking aan X heeft opgelegd met betrekking tot het verloop van de betreffende termijndepositorekening. Volgens X kan hij als gemeente-ambtenaar met 33 dienstjaren en een netto-salaris van € 1800 nooit zoveel hebben gespaard. Een neef van hem is aannemer. Het is volgens X veel aannemelijker dat de rekeningen toebehoren aan die neef en zijn moeder. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikking rechtmatig is, omdat X zijn informatieplicht niet is nagekomen. De annotatie door de KB Lux van de rekeningen duidt op een huwelijkse verbinding, zoals tussen X en C. Onder verwijzing naar eerdere procedures (zie o.a. Rechtbank Den Haag 9 januari 2014, nr. 13/01612) wordt de identificatie van X en C nog steeds betrouwbaar geacht. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat het verloop van de termijndepositorekening bij KB Lux van belang kan zijn voor de IB-heffing in 2010 ten aanzien van X. De inspecteur hoeft niet aannemelijk te maken dat X de rekening nog steeds heeft in het jaar waarover de informatie wordt gevraagd. De hoogte van het saldo in 1994, alsmede de omstandigheid dat sprake is van een termijndeposito, doen aannemelijk zijn dat X een belegging voor de lange termijn aanhoudt of heeft aangehouden. Onder verwijzing naar eerdere procedures (zie o.a. Hof Den Haag 26 november 2014, nr. 14/00124 en HR 12 april 2013, nr. 12/01567) wordt de identificatie van X en C nog steeds betrouwbaar geacht. In het BVR-systeem komt de combinatie van de achternaam X samen met de voornaam D en de achternaam C als naam van de echtgenote slechts één keer voor en dat is de combinatie van de achternaam en voornaam van X en de achternaam van zijn echtgenote. De inspecteur heeft dus terecht om informatie gevraagd over het verloop van de termijndepositorekening. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

2

Gerelateerde artikelen