De Kennisgroep Successiewet heeft een standpunt uitgebracht over een schenking onder een voorwaardelijke last dan wel onder een opschortende voorwaarde. In de voorgelegde casus is direct schenkbelasting verschuldigd over de waarde van de schenking.

In de casus gaat het om een pakket aandelen dat door A wordt geschonken aan B onder de last dat B aan A vergoedt de waarde van de aandelen ten tijde van de schenking, minus een bepaald bedrag. Vergoeding van de waarde moet plaatsvinden bij verkoop van de aandelen aan een derde.

In de reactie stelt de kennisgroep dat direct sprake is van een (onvoorwaardelijke) schenking, waarover schenkbelasting verschuldigd is. Een schenking onder een voorwaardelijke last valt uiteen in twee delen: een onvoorwaardelijke schenking en een voorwaardelijke last. Als de lastbepaling in werking treedt en B de vergoeding moet betalen, wordt de geheven schenkbelasting op grond van art. 53 SW 1956 herrekend.

In de beschouwing wordt toegelicht dat de omvang van de last niet van belang is voor de vraag of schenkbelasting is verschuldigd over de geschonken aandelen. Er is ook een schenking als de voorwaardelijke last inhoudt dat de gehele waarde van de aandelen moet worden vergoed. De omvang van de last is slechts van belang als de toekomstige onzekere gebeurtenis zich voordoet en de schenkbelasting wordt verminderd.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 53

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 5 juni

181

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen