De inspecteur legt belanghebbende, X, naar aanleiding van een klikbrief, voor verschillende jaren (navorderings-) aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen op, alsmede naheffingsaanslagen omzetbelasting, een navorderingsaanslag premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en (navorderings-)aanslagen ziekenfondswet met boetes. X komt in beroep en verzoekt om inzage in de klikbrief. De inspecteur verzoekt de rechtbank om ingevolge artikel 8:29, eerste lid, Awb een (beperkte) inzage daarin te weigeren. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de geheimhoudingskamer.
Rechtbank Breda overweegt dat de klikbrief een op de zaak betrekking hebbend stuk vormt nu deze zich in het dossier bevindt en enkele passages over X en zijn werkzaamheden bevat. De brief zou voor de besluitvorming in de zaken van X relevant kunnen zijn. Wel wegen de belangen van de inspecteur bij geheimhouding van de persoonlijke gegevens van derden en de identiteit van de schrijver van de brief aanzienlijk zwaarder dan de belangen van X bij bekendmaking ervan. De geheimhoudingskamer zal dan ook beslissen dat zowel passages waaruit eventueel de identiteit van de schrijver van de brief zou zijn af te leiden (dat zijn de passages die in de geschoonde versie reeds door de inspecteur zijn verwijderd), als de persoonlijke gegevens van derden geheim moeten blijven. De inspecteur heeft zich voor de geheimhouding van de brief beroepen op de privacy en bescherming van derden. Nu de privacy en bescherming door verwijdering van de gedeeltes voldoende zijn gewaarborgd, ziet de geheimhoudingskamer geen reden om de rest van de brief niet openbaar te maken.