Belanghebbende, X, maakt met succes bezwaar tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Zaanstad. In geschil is of X recht heeft op een vergoeding van de kosten van bezwaar. Rechtbank Noord-Holland overweegt dat X het bezwaarschrift heeft ondertekend en ingediend. Voor een vergoeding van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand is dan geen ruimte, ook niet als het bezwaarschrift door of met hulp van de gemachtigde zou zijn opgesteld, aldus de rechtbank.
Hof Amsterdam overweegt dat ook de kosten van beroepsmatige rechtsbijstand die is verleend bij de voorbereiding van het bezwaarschrift voor vergoeding in aanmerking kunnen komen (vgl. HR 14 juni 2002, nr. 36.931, BNB 2002/299). X heeft volgens het hof aannemelijk gemaakt dat zijn gemachtigde degene is geweest die het bezwaarschrift heeft opgesteld en dat X het bezwaarschrift enkel heeft ondertekend en ingediend. De enkele betwisting die door de heffingsambtenaar daartegenover is gesteld, is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en stelt de vergoeding voor de bezwaarfase vast op € 243.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 1-a
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2