Belanghebbende, X bv, is leverancier van bedrijfssoftware voor dienstverlenende organisaties. X bv biedt onder andere een fiscaal softwarepakket, A, aan haar klanten aan. Het A-pakket is software ter ondersteuning van fiscale aangifte- en advieswerkzaamheden voor accountants en administratiekantoren. Het A-pakket is een Cloud-applicatie. Dit houdt in dat de gebruiker overal ter wereld toegang heeft tot de door hem of haar ingevoerde gegevens. De opgeslagen gegevens zijn en blijven van de klant. X bv verwerkt de gegevens niet en zij heeft geen reguliere toegang tot opgeslagen of vastgelegde gegevens. Zij heeft toegang tot die gegevens voor zover dat strikt noodzakelijk is om technische redenen (softwarematige problemen). In het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen Z, vordert de FIOD X bv om gegevens van Z te verstrekken over de jaren 2011-2016. X bv verstrekt een bestand met gegevens, maar klaagt over de kennisneming en het gebruik van de gegevens. In geschil is of X bv kan worden aangemerkt als een aanbieder van een communicatiedienst ex art. 126la sub a Sv.
Rechtbank Overijssel oordeelt dat X bv een aanbieder van een communicatiedienst is ex art. 126la sub a Sv. De rechtbank overweegt hierbij dat de mogelijkheid om klanten toegang te geven tot de cloud een vorm van telecommunicatie is. De rechtbank overweegt daarbij dat X bv, ten behoeve van haar klanten, een deel van een server van Amazon in Ierland huurt, waar de gegevens op staan. Het is dan ook X bv die voor haar klanten de mogelijkheid faciliteert om bij de cloud te komen waar de klanten toegang hebben tot de door hen opgeslagen gegevens. X bv stelt zich daarbij op als provider. Zij biedt immers diensten aan haar klanten aan tegen een vergoeding, en is daarmee de toegangspoort voor die klanten tot de server. X bv is dan aan te merken als een aanbieder van een communicatiedienst als bedoeld in art. 126la sub a Sv. De officier van justitie heeft volgens de rechtbank dan ook op juiste gronden de vordering ex art. 126ng Sv aan X bv gedaan.