De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit over winstdrainage geactualiseerd. In het besluit spreekt de staatssecretaris zich uit over diverse situaties. Zo behandelt hij onder meer de verkoop van het belang in het verbonden lichaam en het verbondenheidscriterium.

Besluit Staatssecretaris van Financiën, 25 maart 2013, nr. BLKB2013/110M, Stcrt. 2013, 8768  

De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit inzake de winstdrainage bij de vennootschapsbelasting gepubliceerd. Het betreft de toepassing van artikel 10a Wet VPB 1969 waarin bepaald is dat rente op schulden in bepaalde situaties niet aftrekbaar is. Het besluit is een actualisering van het besluit van 23 december 2005, nr. CPP2005/2662. In het besluit spreekt de staatssecretaris zich uit over diverse situaties. Zo zegt hij voor situaties waarin de rente niet aftrekbaar is aangaande de verkoop van het belang in het verbonden lichaam het volgende: Bij een kapitaalstorting, verwerving of uitbreiding van een belang (artikel 10a lid 1 onderdelen b of c Wet VPB 1969), kan na verloop van tijd het desbetreffende verbonden lichaam worden verkocht, terwijl de daarmee verband houdende schuld niet wordt afgelost. Omdat het verband tussen de schuld en de ‘besmette' rechtshandeling niet wordt verbroken door de verkoop, is er nog steeds sprake van een schuld die onder artikel 10a lid 1 Wet VPB 1969 valt. Met betrekking tot deze situatie keurt hij echter goed dat de toepassing van artikel 10a lid 1 Wet VPB 1969 achterwege blijft, voor zover de verkoop bij de belastingplichtige tot baten leidt waarover een naar Nederlandse maatstaven redelijke heffing plaatsvindt. Voor wat betreft de verbondenheid van lichamen en natuurlijke personen laat hij zich als volgt uit: Centraal bij de beoordeling van verbondenheid staat het criterium ‘ten minste een derde gedeelte belang'. Bij dit criterium is primair beslissend het aandeel in het gestorte kapitaal (het financiële belang). Daarnaast komt ook betekenis toe aan het aandeel in het geplaatste kapitaal (de mate van invloed door stemrecht; het zeggenschapsbelang). Aandelen waaraan bijzondere rechten kleven, kunnen voor een vergroting van het belang zorgen. Ditzelfde geldt voor schulden die kenmerken bezitten van eigen vermogen of die zodanig zijn dat hierdoor feitelijke invloed van de schuldeiser ontstaat.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 5 april

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen