Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heer X bewust veel te weinig BPM heeft voldaan, zodat hij overtuigend moet aantonen dat de naheffingsaanslag te hoog is.

De heer X koopt een gebruikte personenauto van het merk Nissan voor € 9.300. In de BPM-aangifte is de handelsinkoopwaarde berekend op € 869 door de koerslijstwaarde van € 18.129 te verminderen met de schade van € 17.260. X voldoet aldus € 280 aan BPM op aangifte. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag is opgelegd van € 2929. De bewijslast moet volgens de inspecteur worden omgekeerd en verzwaard, aangezien X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bewust veel te weinig BPM heeft voldaan, zodat hij overtuigend moet aantonen dat de aanslag te hoog is. X heeft namelijk zelf aanzienlijk meer betaald dan het aangegeven bedrag. Voorts is € 869 op zichzelf beschouwd al een zeer onaannemelijke waarde in het economische verkeer, zelfs voor een schadeauto. Eventuele schade kan niet als 'volle' waardevermindering worden beschouwd en bovendien moeten gebruikssporen ook worden verdisconteerd. X slaagt niet in de op hem rustende (verzwaarde) bewijslast. De naheffing is voorts gebaseerd op een redelijke schatting. Het beroep van X is slechts gegrond, aangezien de inspecteur drie dagen te laat heeft beslist op het bezwaar en daarom een dwangsom van € 60 heeft verbeurd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 18 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen