Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat alle navorderingsaanslagen voldoende voortvarend zijn opgelegd. Het handelen van de inspecteur was namelijk noodzakelijk voor het met inachtneming van normen van zorgvuldigheid op voortvarende wijze opleggen van de navorderingsaanslagen.

Belanghebbende, X, en zijn vrouw worden door de inspecteur, in het kader van het BZN-project, geïdentificeerd als rekeninghouders van bankrekeningen bij de Van Lanschot bank te Luxemburg. De inspecteur legt IB-(navorderings)aanslagen op aan X over de jaren 2001-2005. In hoger beroep stelt X dat de inspecteur niet voortvarend genoeg heeft gehandeld.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat alle navorderingsaanslagen voldoende voortvarend zijn opgelegd. Volgens het hof was het handelen van de inspecteur, bij het verkrijgen van de inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting, noodzakelijk voor het met inachtneming van normen van zorgvuldigheid op voortvarende wijze opleggen van de navorderingsaanslagen. Het hof overweegt hierbij onder andere dat de inspecteur niet alle aanslagen tegelijkertijd, eind 2007, hoefde op te leggen. Volgens het hof beschikte de inspecteur eind 2007 namelijk nog niet over de feitelijke gegevens om tot aanslagoplegging over te gaan. Verder was de eerste serie aanslagen eind 2007 alleen maar opgelegd, ter behoud van rechten, omdat de navorderingstermijn dreigde te verstrijken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 18 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen