Belanghebbende, X SA, stelt in maart 2010 beroep in tegen een naheffingsaanslag loonbelasting. In geschil is of dit beroep aangemerkt kan worden als ontvankelijk bezwaar.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur die niet beschikt over een fysiek exemplaar van de naheffingsaanslag, toch heeft bewezen dat deze aanslag (tijdig) is vastgesteld. Het hof komt tot dit oordeel op grond van hetgeen de inspecteur heeft aangevoerd, ondersteund met ambtsedige verklaringen en gegevens die ontleend zijn aan de interne systemen van de Belastingdienst. Dat de aanslag (de gemachtigde van) en de ambtshalve vermindering hiervan X SA heeft bereikt, acht het hof echter niet aannemelijk. Daarbij laat het hof meewegen dat de gemachtigde van X SA niet als verzendadres van de aanslagbiljetten in de bestanden van de Belastingdienst is opgenomen. Pas nadat invorderingsmaatregelen zijn genomen, is X SA op de hoogte van de aanslag en de ambtshalve vermindering geraakt en heeft zij zo snel als mogelijk bezwaar gemaakt. Het hof verklaart het bezwaar van X alsnog ontvankelijk en verwijst de zaak voor een inhoudelijke behandeling terug naar de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5