Advocaat-generaal Wattel concludeert dat het gebruik van de schenkingsakte als basis voor informatievordering niet in strijd is met de eisen van een eerlijk proces. Daarbij is van belang dat de rechter volledig bevoegd is om de verkrijgingswijze en het gebruik te beoordelen.
In het kader van een strafrechtelijk onderzoek vindt bij X een huiszoeking plaats. Het strafrechtelijk onderzoek wordt geseponeerd omdat X ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Bij X is een schenkingsakte aangetroffen, die door het OM aan de inspecteur ter beschikking is gesteld. Uit deze akte blijkt dat de vader van X zijn belangen bij 21 ondernemingen aan X heeft geschonken. In het kader van de IB-aanslagoplegging 2016 stelt de inspecteur vragen over de schenkingsakte en het belang van X bij de 21 ondernemingen. Omdat X de vragen niet naar tevredenheid van de inspecteur beantwoordt, stelt de inspecteur een informatiebeschikking vast. X is echter van mening dat de informatiebeschikking moet worden vernietigd omdat de inspecteur de akte niet in zijn bezit had mogen hebben. Hof 's-Hertogenbosch is van mening dat de schenkingsakte niet op een zodanige wijze is verkregen dat is voldaan aan het ‘zozeer indruist’-criterium. Het hof verwijst hierbij naar de jurisprudentie van de Hoge Raad. Dat het correctieproces-verbaal niet aan de rechter-commissaris is verstrekt, houdt weliswaar in dat de norm van een zuiver rechtsstatelijk handelen door de overheid is geschonden, maar dit rechtvaardigt nog niet de conclusie dat is voldaan aan het ‘zozeer indruist’-criterium. X gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat het gebruik van de schenkingsakte als basis voor informatievordering niet in strijd is met de eisen van een eerlijk proces. Daarbij is van belang dat de rechter volledig bevoegd is om de verkrijgingswijze en het gebruik te beoordelen. Verder is ook van belang dat niet vast is komen te staan waarom het correctieproces-verbaal niet aan de rechter-commissaris is verstrekt en evenmin dat de rechter-commissaris geen verlof zou hebben verleend als hij het wel had gehad. Tenslotte is verder ook het beginsel van hoor en wederhoor gerespecteerd. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 12 december
Informatiesoort: VN Vandaag
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)