Op 22 mei 2012 is banketbakkerij X failliet verklaard. Voorafgaand daaraan is op 10 november 2011 een recht van hypotheek alsmede een pandrecht verleend aan de ontvanger (eiser) op de winkel met bakkerij, bovenwoning, ondergrond, erf en verdere toebehoren. Deze zekerheden zijn gevestigd tot een bedrag van € 300.000 tot zekerheid voor de betaling van belastingschulden. Op 24 juni 2010 en 8 februari 2011 heeft de ontvanger executoriaal beslag gelegd. Op 1 juni 2012 verzoekt de ontvanger de notaris de executoriale verkoop op te starten. Daarop verzoekt de curator van X (gedaagde) de ontvanger om in te stemmen met een onderhandse verkoop van de onroerende zaak. De ontvanger gaat akkoord onder voorwaarde dat de gehele belastingschuld bij verkoop zal worden voldaan en de preferentie die de Belastingdienst heeft nadrukkelijk niet wordt prijsgegeven. De onroerende zaak wordt uiteindelijk voor € 250 000 verkocht maar de curator stort het bedrag niet op de rekening van de Belastingdienst maar op de boedelrekening. De ontvanger sommeert de curator de opbrengst van de onroerende zaak aan hem uit te keren. De curator geeft daar geen gevolg aan. De ontvanger komt in beroep. Rechtbank Gelderland beslist dat de curator de afspraak met de ontvanger geschonden heeft. De ontvanger kan de opbrengst opeisen en de curator mag de positie van de ontvanger als separatist niet negeren door de vordering van de ontvanger niet direct uit de verkoopopbrengst te voldoen. Nu de ontvanger zijn positie als separatist niet heeft prijsgegeven kan het eigenmachtig handelen van en verkopen door de curator er volgens de rechtbank niet toe leiden dat de ontvanger in de positie geraakt dat hij moet meedelen in de algemene omslag. Het beroep van de ontvanger is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Insolventierecht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 15 juli