Belanghebbende, X, is een stichting. Zij is beheerder van een historisch hofje. De veertig hofjeswoningen worden tegen geringe vergoedingen in gebruik gegeven aan onvermogende, alleenstaande vrouwen. In geschil is of X belastingplichtig is voor de verhuurderheffing.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat uit de parlementaire behandeling van de Wet verhuurderheffing blijkt dat voor particuliere hofjesstichtingen geen uitzondering wordt gemaakt. Verder oordeelt de rechtbank dat de vergoedingen die de bewoonsters betalen (mede) gerelateerd zijn aan het te verstrekken woongenot. Daarmee is voldaan aan de kenmerken van huur in de zin van art. 7:201 van het BW. Dat de vergoedingen laag zijn en dat de bewoonsters zich aan diverse ongebruikelijke gedrags- en gebruiksregels moeten houden, maakt dit niet anders. Het beroep van X is ongegrond, de naheffingsaanslag van € 399 blijft in stand.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Verhuurderheffing
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 15 juli