Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X als werknemer bezwaar kan maken tegen de aan zijn werkgever opgelegde naheffingsaanslag loonheffing.

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een vijftal naheffingsaanslagen loonheffingen die de inspecteur aan zijn werkgever heeft opgelegd ter zake van aan X uitbetaalde lonen. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de naheffingsaanslag 2008.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X als werknemer bezwaar kan maken tegen de aan zijn werkgever opgelegde naheffingsaanslag loonheffing. Met betrekking tot de naheffingsaanslag over het tijdvak 2008 is er geen sprake van eindheffing (in welk geval de werkgever belastingplichtig zou zijn). Het hof oordeelt dat X op grond van art. 26a lid 1 letter b AWR gerechtigd is om bezwaar te maken tegen de naheffingsaanslag. De inspecteur heeft het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het hof ziet op verzoek van partijen af van terugverwijzing en vernietigt de naheffingsaanslag wegens overschrijding van de vijfsjaarstermijn van art. 20 lid 3 AWR.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 31 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen