De Hoge Raad oordeelt dat X recht heeft op kinderbijslag. Volgens de Hoge Raad beschikt X namelijk zowel over een woonplaats in Marokko als in Nederland.

Belanghebbende, X, heeft de Marokkaanse nationaliteit en woont al jarenlang in Nederland. De laatste jaren brengt hij geruime tijd door in Marokko. Ook verblijft hij nog in Nederland. In 2009 vraagt hij kinderbijslag aan voor zijn in 2003 geboren dochter. De SVB is van mening dat het middelpunt van bestaan van X in Marokko ligt en weigert het verzoek om kinderbijslag te honoreren. Volgens de SVB kan X – ondanks de andersluidende jurisprudentie van de Hoge Raad – namelijk niet over twee woonplaatsen beschikken. De Centrale Raad van Beroep oordeelt – onder verwijzing naar de jurisprudentie van de Hoge Raad – dat het zeer wel mogelijk is dat er sprake is van twee woonplaatsen. Vervolgens stelt de Centrale Raad vast dat X zijn woonplaats ook in Nederland heeft en dat hij derhalve recht heeft op kinderbijslag.

De Hoge Raad oordeelt dat X recht heeft op kinderbijslag. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van de Centrale Raad dat X zowel zijn woonplaats in Marokko heeft als in Nederland. Volgens de Hoge Raad heeft de Centrale Raad er terecht rekening mee gehouden dat X enige decennia in Nederland heeft gewoond, dat hij een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd heeft, dat hij hier te lande beschikt over een duurzame woning, dat kinderen en kleinkinderen van hem in Nederland wonen en dat hij nimmer de intentie heeft geuit zich buiten Nederland te vestigen. Hier doet niet aan af dat X al gedurende enige jaren gedurende lange periodes bij zijn gezin in Marokko verblijft.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Sociale zekerheid kinderen en jongeren

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen