X raakt in augustus 2012 gewond bij een ongeval. Hij ontvangt van de ongevallenverzekeraar van de veroorzaker op basis van een vaststellingsovereenkomst een schadevergoeding van € 132.500. Hij ontvangt dit bedrag in 2014 onder aftrek van de vanaf 2012 ontvangen voorschotbetalingen. Partijen komen in de vaststellingsovereenkomst overeen dat (eventuele) IB/PVV over de schadevergoeding voor rekening van de verzekeraar komt. Verder spreken partijen af “dat alle kosten, die aan deze bezwaarschriften-, respectievelijk beroepsprocedures verbonden zijn, voor rekening komen van de verzekeraar”. Hof ’s-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep, dat ziet op de belastbaarheid van de in 2013 aan X verstrekte voorschotbetalingen, gegrond. Het hof ziet echter geen reden om de inspecteur te verplichten het griffierecht en de proceskosten aan X te vergoeden, omdat die kosten voor rekening van de verzekeringsmaatschappij komen.
De Hoge Raad oordeelt dat ook recht bestaat op een proceskostenvergoeding als een derde zich garant heeft gesteld voor het betalen van de proceskosten. In dit geval betreft het de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval, die zich garant heeft gesteld de proceskosten van X te betalen. Die afspraak staat niet aan de proceskostenvergoeding in de weg. Art. 8:75 Awb bevat namelijk geen eis wat betreft de persoon die de proceskosten heeft moeten dragen. Hetzelfde heeft te gelden voor de vergoeding van het betaalde griffierecht op de voet van art. 8:74 Awb. De Hoge Raad corrigeert het oordeel van het hof op de onderdelen proceskosten en griffierecht.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:74
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 8 november