De staatssecretaris geeft zijn reactie op de tussenrapportage van het BEPS-project van de OESO. Volgens hem is er in het eerste jaar veel bereikt. Ook Nederland werkt aan dit project mee. 

Brief Staatssecretaris van Financiën, 16 september 2014, nr. IZV/2014/439 M2  

De Staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij zijn reactie geeft op de tussenrapportage over het Base Erosion & Profit Shifting project 2014 (BEPS-project) van de OESO. Ook Nederland heeft intensief in het BEPS-project meegewerkt. Het standpunt van Nederland is dat belastingontwijking en belastingontduiking een probleem is dat een mondiale aanpak vereist. Volgens de staatssecretaris bestaat de kern van de oplossing hiervoor uit verbetering van internationale transparantie en gegevensuitwisseling. Nederland wacht echter niet lijdzaam totdat internationale afspraken daadwerkelijk tot stand komen maar neemt ook zelf maatregelen. Zo zijn de substanceregels die al golden voor dienstverleningslichamen die om zekerheid vooraf vragen, uitgebreid naar alle dienstverleningslichamen, is spontane gegevensuitwisseling geïntensiveerd en wordt van houdstermaatschappijen die zekerheid vooraf vragen, nexus met Nederland geëist. Ook loopt Nederland voorop met versnelde modernisering van het belastingverdragennetwerk. De staatssecretaris meldt dat in het eerste jaar van het BEPS-project veel is bereikt maar dat er ook nog veel werk te doen is. Het project telt 15 actiepunten. De afronding van alle vijftien actiepunten zal in totaal twee jaar duren. Over 7 actiepunten worden in het rapport tussenresultaten vermeld. Het BEPS-project volgt evenwel een holistische benadering. Dat houdt in dat in de loop van volgend jaar de actiepunten weer tezamen dienen te worden bezien zodat overkill wordt voorkomen en efficiënte uitvoerbaarheid wordt gewaarborgd. Eén van de 7 actiepunten waarover tussenresultaten worden vermeld betreft de voorkoming van verdragsmisbruik. Het rapport identificeert de belangrijkste vormen van verdragsmisbruik. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar het treaty shopping. Het rapport beschrijft het probleem van pure (rente- en royalty)doorstromers of volledig betekenisloze (tussen)houdsters. Om dit probleem aan te pakken bevat het rapport een ontwerp voor een ‘limitation on benefit'-bepaling die in het OESO-modelverdrag opgenomen zou kunnen worden. Deze zou aangevuld kunnen worden met een algemene anti-misbruikbepaling en met regels die specifiek gericht zijn tegen doorstroomstructuren.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 18 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen