Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bedrag dat een van de vennoten van X heeft ontvangen voor medisch management vrijgesteld is van omzetbelasting. 

Belanghebbende, X, is een maatschap van in het ziekenhuis werkzame gynaecologen. De vennoten van de maatschap zijn medisch specialisten. Een van hen heeft in het onderhavige tijdvak deelgenomen aan de coördinatie en afstemming tussen de geledingen in het ziekenhuis (medisch management). De maatschap heeft hiervoor van het ziekenhuis een bedrag ontvangen uit het variabele deel van het honorarium, dat met de zorgverzekeraars is overeengekomen. In geschil is of belanghebbende over het bedrag omzetbelasting verschuldigd is. X vindt dat er geen sprake is van een belaste dienst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bedrag dat een van de vennoten van X heeft ontvangen voor medisch management vrijgesteld is van omzetbelasting. De vergoeding voor bijzondere werkzaamheden als onderhavige wordt betaald uit het honorarium dat de medisch specialisten toekomt. De verdeling van het honorarium leidt er naar het oordeel van de rechtbank niet toe dat bij verdeling van het variabele deel sprake is van vergoedingen voor andere diensten dan die waarvoor het honorarium door de zorgverzekeraars is betaald. Met name is, voor zover bij de verdeling van het variabele deel rekening wordt gehouden met medisch management, geen sprake van een dienst aan het ziekenhuis. De verdeling van het variabele deel is immers een zaak van het collectief van medische specialisten. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en oordeelt dat de Belastingdienst de op aangifte voldane btw terug moet geven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11-1-g-1-a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen