Brief Staatssecretaris van Financiën, 16 september 2014 AFP/2014/806
De Staatssecretaris van Financiën gaat in op diverse openstaande moties en toezeggingen die hij aan de Tweede Kamer gedaan heeft. Zo is in het kader van de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen de regering in de motie Van Vliet verzocht om maatregelen te nemen om agressieve belastingplanning door overheden in de nieuwe situatie te voorkomen opdat niet via constructies alsnog oneerlijke concurrentie gaat plaatsvinden, bijvoorbeeld door het niet afzonderen van concurrerende activiteiten. Deze motie was aangenomen nadat het kabinet zijn voorkeur kenbaar had gemaakt voor de indirecte ondernemingsvariant. De indirecte ondernemingsvariant zou tot gevolg hebben dat publiekrechtelijke rechtspersonen ondernemingsactiviteiten zouden moeten afsplitsen in een afzonderlijk privaatrechtelijk lichaam. Het kabinet heeft echter inmiddels die voorkeur herroepen. In het op Prinsjesdag aan de Kamer aangeboden wetsvoorstel is gekozen voor een rechtsvormneutrale uitwerking van de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen. Het maakt voor de Vpb-plicht daarom niet uit of een activiteit van een publiekrechtelijke rechtspersoon wordt afgezonderd in een privaatrechtelijk lichaam of niet. Om die reden is naar de mening van de staatssecretaris de directe aanleiding voor de motie Van Vliet komen te vervallen. De staatssecretaris zegt echter toe dat hij de vinger aan de pols zal houden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Dossiers: Prinsjesdag 2014
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 18 september