Belanghebbende, X, ontvangt in 2009 een nabetaling van achterstallige bijstandsgelden van de gemeente Groningen van ruim € 62.000. De Belastingdienst/Toeslagen rekent deze eenmalige uitkering tot het toetsingsinkomen van X voor de zorgtoeslag en stelt de zorgtoeslag 2009 vast op nihil. In geschil is of de Belastingdienst bij de vaststelling van het toetsingsinkomen terecht de eenmalige betaling heeft meegerekend.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X door de eenmalige betaling van achterstallige bijstand in 2009 geen recht heeft op zorgtoeslag. Dat deze nabetaling betrekking heeft op meerdere jaren, neemt niet weg dat X de nabetaling in 2009 fiscaal heeft genoten. Voor een ‘uitsmering' over de nabetaling over de jaren 2003 t/m 2009 is geen ruimte. Gelet op art. 11 van de Wet AB is het hof niet bevoegd om zich uit te spreken over de stelling van X dat er sprake is van een onredelijke omissie in de wettelijke regelingen. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8-1
Wet op de loonbelasting 1964 13a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 21-e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 18 september