Hof Amsterdam oordeelt dat X niet om teruggaaf van de BTW kan verzoeken. Alleen de ondernemer die de BTW heeft voldaan kan een verzoek om teruggaaf doen.

A bv verhuurt een onroerende zaak aan B bv. B bv wil de huurovereenkomst ontbinden. Rechtbank Haarlem vernietigt de huurovereenkomst in 2012 en bepaalt daarbij dat A bv alle huurtermijnen aan B bv moet terugbetalen. Ten aanzien van de terug te vorderen BTW stellen belanghebbende, X, en A bv een cessie-akte op. Hierin wordt bepaald dat A bv de BTW-vorderingen cedeert aan X. X dient vervolgens een teruggaafverzoek in met betrekking tot de door A afgedragen BTW over de periode 19 februari 2009 - 31 oktober 2012.

Hof Amsterdam oordeelt dat X niet om teruggaaf van de BTW kan verzoeken. Alleen de ondernemer die de BTW heeft voldaan kan een verzoek om teruggaaf doen. Uit art. 29 en art. 31 Wet OB 1968 volgt namelijk dat een verzoek om teruggaaf van BTW geschiedt bij aangifte door de ondernemer die daar recht op heeft. Het hof merkt hierbij nog op dat het feit dat de vorderingen van A bv op grond van in te dienen BTW-aangiften overgaan naar X, niet maakt dat X gerechtigd is om een teruggaafverzoek in te dienen. De vaststelling van het recht op teruggaaf blijft iets tussen A bv en de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 7 januari

137

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen