Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heffingsrente aanvankelijk terecht is berekend over de periode van 1 januari 2012 tot 7 mei 2015, zijnde de datum van de naheffingsaanslag, wat resulteerde in € 2765. De gemachtigde van mevrouw X is kennelijk akkoord gegaan met de vermindering uit coulance tot € 320.

Mevrouw X krijgt na jarenlang procederen eind 2014 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 een definitief persoonsgebonden budget (PGB) toegekend. Op 19 november 2014 krijgt X hierover de beschikking. X is door het PGB ook met terugwerkende kracht inhoudingsplichtig voor de loonbelasting. De LB-aangifte over 2011 had uiterlijk op 10 april 2015 binnen moeten zijn. In geschil is de naheffingsaanslag en in het bijzonder de heffingsrente van € 2765. Na bezwaar is deze rente uit coulance verminderd tot € 320 omdat X het PGB pas op 19 november 2014 ontving. Rechtbank Gelderland handhaaft de rente. X stelt in hoger beroep dat de rente geheel moet vervallen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rente aanvankelijk terecht is berekend over de periode van 1 januari 2012 tot 7 mei 2015, zijnde de datum van de naheffingsaanslag, wat resulteerde in € 2765. De uit coulance verminderde rente van € 320 is dus zeker niet te hoog, mede in aanmerking genomen dat de gemachtigde van X hiermee kennelijk akkoord is gegaan. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting, Huwelijksvermogensrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen