Aan belanghebbende (X bv) wordt een VA Vpb over het jaar 2010 opgelegd naar een belastbare winst van € 60.127. De inspecteur gaat hierbij uit van de belastbare winsten van de laatste (voorlopige) aanslagen over de jaren 2008 (winst € 80.435) en 2009 (winst € 40.000). Hierbij houdt de inspecteur er geen rekening mee dat in de Vpb-aangifte over het jaar 2008 een bijzondere bate van ruim € 50.000 was opgenomen. Belanghebbende maakt bezwaar tegen deze VA en verzoekt om een kostenvergoeding voor de bezwaarfase. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op een kostenvergoeding, omdat een zorgvuldige voorbereiding van de inspecteur niet vergt dat hij zich verdiept in de resultaten van de onderneming over de afgelopen jaren. Verder kunnen de kosten van een bezwaar tegen een VA volgens de rechtbank beperkt blijven, omdat het bezwaar doorgaans snel en zonder uitgebreid en diepgaand feitenonderzoek zal worden behandeld.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een vergoeding van de kosten voor het bezwaar tegen de VA. Het hof overweegt hierbij dat belanghebbende de bijzondere bate in de aangifte had opgenomen die in augustus 2009 was ingeleverd en dat die aangifte in het systeem van de Belastingdienst raadpleegbaar was. Verder overweegt het hof nog dat de inspecteur, zonder grondig onderzoek te hoeven verrichten, rekening had kunnen houden met de bijzondere bate. Nu hij dit niet heeft gedaan heeft de inspecteur volgens het hof niet voldaan aan het vereiste van een zorgvuldige voorbereiding van de VA. Belanghebbende heeft recht op vergoeding van de kosten van de bezwaarfase.